Geschiedenis spoorwegen
in en om
Roosendaal

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 

Het station Essen in oude ansichten

 
Vanwege de aanzienlijke hoeveelheid ansichtkaarten die in de jaren 1903-1935 over het onderwerp 'Station Essen' zijn uitgebracht, is het de moeite waard eens een overzicht te maken. Met nauwgezet kijken en vergelijken, komt er heel wat meer van de geschiedenis in beeld, dan je op het eerste gezicht zou denken, dit omdat schriftelijke bronnen over het tot stand komen van het complex volledig ontbreken.
 
 
 
1. Komend vanuit de Statiestraat zie je na enkele bochten in de weg plotseling in de verte de asymmetrisch gebouwde voorgevel van het stationsgebouw als afsluiting van de straat opdoemen. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
2. Het stationsgebouw van Essen uit 1903 is een prachtig mooi voorbeeld van de Vlaamse neo-renaissance. Andere stationsgebouwen in deze stijl staan (of stonden) onder andere in Brussel Koekelberg (1873), Tournai (1879), Vilvoorde (1883), Brussel Leuvensesteenweg (1885), Mechelen (1886), Haine-Saint-Pierre (1886), Halle (1887), Pepinster (1888), Schaarbeek (1887 en 1913), Saint-Ghislain (1890), Soignies (1891), Harelbeke (1892), Oudenaarde (1892), Jette (1892), Antwerpen-Dam (1892), Ath (1892), Ciney (1895), Turnhout (1896), Jemappes (1898), Berchem (1898), Peruwelz (1899), Essen (1903), Brugge-Sint-Pieters (1906), Etterbeek (1909), Châtelineaux-Châtelet (1910) en Mechelen-Nekkerspoel (1913). Het bouwjaar van Houdeng Gougnies en Farciennes is onbekend. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
3. Van 1879 tot in 1913 gebruikte de Belgische Staatsspoorwegen (chemins de fer de l'Etat Belge) voor haar grotere stations in hoofdzaak ontwerpen in Vlaamse neo-renaissance. Het was eigenlijk de huisstijl van de Staatsspoorwegen. De Art-Nouveau, die Belgie op de wereldkaart van de architectuur plaatste, ging aan Staatsspoorwegen voorbij. Ansichtkaart uit circa 1930.
 
 
4. Nog iets dichterbij krijgt de reiziger steeds meer zicht op het fraaie stataionsgebouw van Essen in Vlaamse neo-renaissance-stijl. Ansichtkaart uit circa 1930.
 
 
5. Het stationsgebouw van Essen bestaat uit vijf delen. De twee hoekrisalieten en het middenrisaliet zijn verbonden door een lage vleugel. De hoekrisalieten zijn uitgevoerd met twee gekoppelde puntgevels. De nokken van de zadeldaken van deze gekoppelde gebouwen staan haaks op de sporen. De nok van het zadeldak van de vleugels die de risalieten met elkaar verbinden, loopt parallel aan de sporen. Aan de perronzijde is het stationsgebouw symmetrisch van opbouw, terwijl het middenrisaliet aan de straatzijde daarentegen asymmetrisch is en vrij complex van samenstelling. Juist dat beeld sluit de Statiestraat af. De nok van de monumentale puntgevel loopt uit in het steile schilddak van het middenrisaliet. De nok van deze puntgevel ligt echter niet centraal in het middenrisaliet, maar rechts ervan. Links van de puntgevel bevindt zich een portaal met een barokke omlijsting. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
6. Nogmaals een goed zicht op het asymmetrisch gebouwde middengedeelte van het stationsgebouw. Boven de deur staat 'het gevleugeld wiel' (destijds het symbool van het spoorwegbedrijf) en de teksten: 'Chemin de fer de l'Etat Belge' en 'Staatsspoorweg'. De franstalige naam moest in latere jaren het veld ruimen. In het middenrisaliet bevonden zich de kantoorlokalen en een ruimte voor de telegraafdienst van de 'Staatsspoorwegen'. Ansichtkaart uit circa 1930.
 
 
7. Het stationsgebouw in Essen, gezien vanuit de Spoorwegstraat. Van dit onderwerp zijn er in de loop der jaren tientallen ansichtkaarten in omloop gebracht. Inmiddels staat het stationsgebouw nog nagenoeg identiek overeind. De rest is gesloopt of onherkenbaar gewijzigd. Het voormalige 'Hotel Claessens' op de hoek van de Statiestraat / Handelsstraat viel een kwart eeuw geleden onder de slopershamer. Zoals elk stationsgebouw in Belgie had ook het Essense stationsgebouw in de eerste decennia van haar bestaan een mast op het dak staan voor de telegraafinstallatie. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
8. Links van het asymmetrisch gebouwde middengedeelte aan de straatzijde bevond zich in vroeger dagen in het lage gedeelte van het stationsgebouw het plaatskaartenkantoor met aan de noordzijde de wachtkamer 3e klasse en aan de zuidzijde de  wachtkamer 1e en 2e klasse. In het hoge gedeelte waren gelijkvloers te vinden: een lokaal aan de zuizijde voor conducteurs, het bureau van de stationschef (op de hoek met het perron), het bureau van de onder-stationschef (aan de perronzijde) en verder vooral woonruimten voor de stationschef. De voordeur van zijn woning bevond zich aan de straatzijde en straalde samen met gevel een bepaalde grandeur uit. Op de verdieping lagen slaapkamers en op zolder bergruimten. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
9. Pal tegenover de woning van de stationschef lagen de 'Handel in tabak, sigaren, koffie en thee' van G. Voorendonk en het 'Hotel du Commerce' van J. van Doren. Het paard en rijtuig staat opgesteld voor het hotel. Ongetwijfeld is de eigenaar naar binnen voor 'zaken'.
Aan de zuidzijde van het stationsgebouw bevond zich ook een overkapping, zodat conducteurs en ander spoorwegpersoneel altijd droog hun dienstverblijven konden bereiken. Enkele meters ten zuiden hiervan (het dak is nog te zien) lag de bergplaats voor warmwaterstoven, olie en lampen, tevens privaatgebouw voor dames en heren. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
10. Nogmaals een goed zicht op het stationsgebouw in Essen. Het straatbeeld wordt slechts bepaald door een boerenkar (èrdkaar) en een voetganger met stok. Of is dat misschien de boer die het paard op afstand dirigeert? Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
11. Nogmaals een goed zicht op het stationsgebouw in Essen. Kleine kinderen die je om een boodschap stuurt, lopen een gerede kans op een ansichtkaart vereeuwigd te worden. Ansichtkaart uit circa 1910.

 
12. Ongetwijfeld moet deze ansichtkaart in 1903 zijn gemaakt, het jaar van oplevering van het stationsgebouw. Op het dak staat nog geen telegraafmast. Links tegen de bergplaats voor warmwaterstoven, olie en lampen (tevens privaatgebouw voor dames en heren) staat een bouwkeet, terwijl de straat slechts op een zeer smal gedeelte is verhard. Ansichtkaart uit 1903.
 
 
13. Een ansichtkaart uit de eerste jaren van het nieuwe stationsgebouw te Essen laat ons zien dat er tussen de sporen 1 en 2 nog geen wissels liggen en dat ook de telegraafmast op het dak nog ontbreekt. In tegenstelling tot de noordzijde heeft het stationsgebouw aan de zuidzijde een overkapping in aansluiting op die op het eerste perron. Ansichtkaart uit circa 1905.
 
 
14. Hoogstwaarschijnlijk noodzaakte het aantal kopmakende treinen al gauw tot de aanleg van overgangswissels tussen de sporen 1 en 2. Pas later kwam ook de telegraafmast op het dak. De wissels werden nog niet centraal bediend vanuit een seinhuis. De stationschef en onder-stationschef hadden echter vanuit hun nabijgelegen kantoorlokalen aan de zuidzijde van het stationsgebouw een goed overzicht op de dienstdoende wisselwachters. Voor lossen en laden uit en in binnenlandse stukgoederentreinen staan enkele 'kieltjes' met hun handen in de zij gereed. Ongetwijfeld staat de stationschef midden op het overpad. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
15. Aan de perronzijde is het stationsgebouw volledig symmetrisch van opbouw en wordt de monumentale puntgevel door twee kleinere puntgevels geflankeerd. De muuropeningen gelijkvloers zijn rechthoekig uitgevoerd met kruiskozijnen. Op de eerste verdieping zijn rondboogvensters aangebracht. Het lijkt erop of alleen het hoger personeel op het tweede perron voor de fotograaf poseert, maar het zijn bijna allemaal conducteurs die hun verblijf aan de zuidzijde van het stationsgebouw (even) hebben verlaten. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
16. Terwijl een wisselwachter in het spoor stapt en een andere spoorwegman op het perron op een binnenkomende trein wacht met een kar stukgoederen, geeft een laat namiddagzonnetje een mooi beeld van het stationsgebouw. Pal midden ervoor op het tweede perron stond een kort stukje overkapping (ter lengte van tien meter) die de reizigers bij slecht weer enige beschutting moest bieden. Of dat het geval was bij koud en winderig weer, valt te betwijfelen. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
17. Links van het symmetrisch gebouwde middengedeelte aan de perronzijde bevond zich in vroeger dagen in het lage gedeelte van het stationsgebouw de visitatiezaal en kantoorruimten voor het douanepersoneel. In het hoge gedeelte waren naast een woonruimte voor een spoorwegman (mischien de onder-stationschef) gelijkvloers te vinden: een lokaal aan de noordzijde voor de handelsagent van de HIJSM (Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij), een lokaal aan de noordzijde voor de handelsagent van de SS (Maatschappij tot Exploiatie van Staatsspoorwegen), een lokaal aan de perronzijde voor de conducteurs van HIJSM en SS, alsmede een lokaal aan de perronzijde voor de wagenmeesters van HIJSM en SS. Op de verdieping lagen eveneens woon- en/of slaapruimten en op zolder waren er bergruimten. Ansichtkaart uit circa 1905.
 
 
18. Rond 1900 reden enkele sneltreinen van de 'Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij' (HIJSM) non-stop van Rotterdam naar Essen. Op de ansichtkaart uit 1903 rijdt zo'n trein met een locomotief van de serie HIJSM 350-408 (later serie NS 1600) langs het perron van het tijdelijke stationsgebouw. Weldra zal een machine van de 'chemins de fer de l' Etat Belge' (EB) haar plaats innemen. Op het perron staan tolbedienden en rijkswachters een oogje in het zeil te houden, alsook de stationschef in hoogst eigen persoon (bij pijltje). De reizigers dienen uit te stappen en zich naar de visitatiezaal te begeven voor douaneonderzoek en paspoortcontrole.
Na een oponthoud van een kwartier tot twintig minuten zal een deel van de trein naar Antwerpen en Brussel vertrekken. Rechts staat het tijdelijke stationsgebouw uit de jaren 1901-1903, dat na de monumentale nieuwbouw in 1903 in gebruik werd genomen als bestel- of stukgoederenloods. Na jaren van leegstand is het pand in januari 1998 afgebroken. Tot het laatst toe was boven een van de deuren het opschrift 'spijszaal / restaurant' te lezen.
Helemaal rechts in beeld is nog een stukje te ontwaren van het douanegebouw (uitgerust met trap). in latere jaren werd dit gebruikt als bewaarplaats voor bagage en rijwielen van reizigers. Het pand is afgebroken in apil 1994. De ansichtkaart is tevens de oudst bekende afbeelding van het station Essen en dan nog wel van een buitenlandse trein. Ansichtkaart uit 1903.
 
 
19. Zoals op deze, de voorgaande en de volgende ansichtkaart is te zien, bestaat de trein achtereenvolgens uit een locomotief, een bagagewagen, een rijtuig 3e klasse, twee rijtuigen 1e en/of 2e klasse, een bagagerijtuig, een rijtuig 3e klasse en nog een bagagewagen. Op het perron is het een drukte van belang met reizigers. Intussen wordt de trein gesplitst. Slechts de twee rijtuigen 1e en/of 2e klasse met de daarachter gekoppelde bagagewagen gaan door als sneltrein naar Antwerpen en Brussel. De rest blijft in Essen in afwachting van een terugreis in andere treinen. Nog steeds houdt de stationschef een oogje in het zeil (bij pijltje). Ansichtkaart uit 1903.
 
 
20. Vooraan de binnengekomen trein is de locomotief van de HIJSM met bagagewagen en rijtuig 3e klassen is afgerangeerd. Achteraan heeft een rangeerlocomotief van de laatste twee voertuigen van de trein afgehaald. Het overgebleven treindeel wacht op een locomotief van de 'chemins de fer de l'Etat' (EB) voor de verdere reis. Onderwijl wordt er nog een en ander in de bagagewagen geladen of gelost. Nog steeds houdt de stationschef een oogje in het zeil (bij pijltje). Ansichtkaart uit 1903.
 
 
21. Aan de westzijde van het emplacement kwam in 1903 een geheel nieuwe overladingsloods (tevens douane-goederenloods) met twee binnenliggende sporen tot stand. Kennelijk is de loods nog niet in gebruik, terwijl alle sporen nog niet zijn gelegd. De loods was voorzien van lokalen voor de facteurs en verificateurs van Invoerrechten en Accijnzen.
Rechts in beeld ligt nog een oude draaischijf. Enkele jaren later werd deze vervangen door een van 16,50 meter doorsnede op een wat meer naar het zuiden gelegen plaats. We kijken van noord naar zuid; in de verte staat een bergplaats voor zand, olie en lampen, annex rangeerdersverblijf.
Vanaf 1903 werden in de loods zendingen beneden een gewicht van 2000 kilogram tussen Nederland en Belgie overgeladen. Na 1925 gebeurde dit voor stukgoederen naar Nederland in Roosendaal en voor die naar Belgie in Essen. Inmiddels staat de loods al meer dan een kwart eeuw leeg. Een herbestemming van het totaal vervallen gebouw wordt overwogen. Ansichtkaart uit 1903.
 
 
22. Vanaf de zuidzijde van het tweede perron zien we op spoor 3 een trein met een aantal rijtuigen 3e klasse naar Antwerpen gereed staan en op spoor 2 is dat een korte trein naar Roosendaal. Helemaal rechts staat de bergplaats voor warmwaterstoven, olie en lampen, tevens privaatgebouw voor dames en heren. De wissels tussen de sporen 1 en 2 worden inmiddels 'op afstand getrokken'. Nog steeds houdt de stationschef een oogje in het zeil (bij pijltje). Ansichtkaart uit circa 1920.
 
 
23. Nogmaals een goed zicht op de symmetrisch gebouwde perronzijde van het stationsgebouw. Rechts is het gedeelte voor de dames van het privaatgebouw (annex bergplaats voor warmwaterstoven, olie en lampen) goed te onderscheiden. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
24. Nogmaals een goed zicht op de symmetrisch gebouwde perronzijde van het stationsgebouw. Rechts is het gedeelte voor de dames van het privaatgebouw (annex bergplaats voor warmwaterstoven, olie en lampen) nog juist te zien. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
25. Nogmaals een goed zicht op de symmetrisch gebouwde perronzijde van het stationsgebouw. Rechts is het gedeelte voor de dames van het privaatgebouw (annex bergplaats voor warmwaterstoven, olie en lampen) goed te onderscheiden. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
26. Tijdens de Eerste Wereldoorlog speelde het spoorwegstation Essen een rol in het uitwisselen van Duitse krijgsgevangenen, burgers, gewonden en kinderen. De aankomst en het vertrek ging niet onopgemerkt in Essen voorbij. Foto uit circa 1916.
 
 
 
27. Kijkend vanaf de overweg in de Moerkantsebaan zien we telegraafmasten en seinpalen, en zelfs kilometerpaal 32 (vanaf Antwerpen). De ietwat aparte vormgeving van de bergplaats voor warmwaterstoven, olie en lampen, annex privaatgebouw voor dames en heren (ten zuiden van het stationsgebouw) is goed te onderscheiden. Rechts ligt de Spoorwegstraat. Aan het einde van het eerste perron staat een waterkolom en het uitrijsein voor spoor 1), terwijl op en bij het einde van het tweede perron de uitrijseinen voor spoor 3 en spoor 4 staan en het uitrijsein voor spoor 2 op een bordes (kandelaar). Ansichtkaart uit circa 1925.
 
 
28. Staand aan de oostzijde van de overweg in de Moerkantsebaan zien we links het seinhuis 'Blok 17', vanwaar het treinverkeer aan de zuidzijde van het emplacement te Essen werd beheerst. Rechts staat het dienst- en overnachtingsgebouw voor het locomotief- en treinpersoneel dat 's avonds laat aankwam en de volgende ochtend al weer met de eerste trein moest vertrekken. Aan de zuidwestzijde van de weg heeft het huis een fraaie reclametekst: 'Hollandsche Stoomkoffiebranderijen, De Moriaan, A. van den Biggelaar & Co, Esschen Belgie, Rosendaal en Breda, Groothandel in Thee'. Pas een eeuw later zou het huis worden gesloopt en daarmee verdween dan ook de in latere jaren wat verweerde, maar nog goed zichtbare reclametekst. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
29. Vanaf het dienst- en overnachtingsgebouw voor het locomotief- en treinpersoneel aan de zuidwestzijde van het emplacement had je in vroeger dagen een prachtig uitzicht op het hele stationsgebeuren. Het personeel van een drie-assige tenderlocomotief (Ct) van het type 51 van de 'chemins de fer de l'Etat Belge' (EB) onderbreekt even het werk voor de fotograaf. Overigens zijn er van dit type in de jaren 1866-1905 maar liefst 470 stuks gebouwd, vandaar dat je deze locomotieven op menig ansichtkaart van een Belgisch station tegenkomt. Rechts op de kopsporen staan enkele coupé-rijtuigen opgesteld, hoogstwaarschijnlijk als versterking van treinen of als stoptrein in de spits. Een waterkolom aan het einde van het eerste perron en ter hoogte van kilometerpaal 32 ontbreekt niet. Des te opvallender is het echter dat er nog maar een armsein (uitrijsein voor spoor 1) staat, dit in tegenstelling met andere ansichtkaarten, waar er op en bij het einde van het tweede perron de uitrijseinen voor spoor 3 en spoor 4 staan en het uitrijsein voor spoor 2 op een bordes (kandelaar). Kennelijk is de beveiliging nog in opbouw. Ansichtkaart uit circa 1910.
 
 
30. Vanaf het seinhuis Blok 17 aan de zuidoostzijde van het emplacement had je in vroeger dagen eveneens een prachtig uitzicht op het hele stationsgebeuren. Ditmaal rangeert een drie-assige tenderlocomotief (Ct) van het type 51 van de 'chemins de fer de l'Etat Belge' (EB) met enkele goederenwagens naar of van het uithaalspoor aan de zuidzijde van het emplacement. Links is de locomotievenloods en de overladingsloods (tevens douane-goederenloods) te zien. Daartussenin rijdt een 1B-locomotief met tender van de SS (Maatschappij tot Exploiatie van Staatsspoorwegen) uit de serie 301-479 (later NS 1300). Rechts staat een 2Bt-locomotief van het type 18 van de 'chemins de fer de l'Etat Belge' (EB) opgesteld. Hiervan zijn er in de jaren 1902-1905 maar liefst 134 stuks geleverd. Een aanmerkelijk aantal deed dienst voor de 'bloktreinen' tussen Brussel en Antwerpen.
Aan de zuidzijde van de perrons staan de uitrijseinen voor de sporen 1, 3 en 4. Het uitrijsein voor spoor 2 op een bordes (kandelaar) ontbreekt nog. Kennelijk is de beveiliging nog in opbouw. In de verte is het seinhuis aan de noordzijde van het emplacement te zien. Ansichtkaart uit circa 1920.
 
 
31. Nog een laatste plaatje van een drie-assige tenderlocomotief (Ct) van het type 51 van de 'chemins de fer de l'Etat Belge' (EB) aan de zuidzijde van het emplacement. Ansichtkaart uit circa 1905.
 
 
32. Hoewel het in Essen soms een drukte van belang kon zijn, waren er heus nog wel stille momenten op zonnige zomermiddagen. Ansichtkaart uit circa 1920.
 
 
33. Alle voorgaande ansichtkaarten dateren uirt de jaren van vóór de Tweede Wereldoorlog. Toch zijn er ook nog na 1950 beelden van het Essense station op de markt gebracht. In de jaren 1956-1957 was de gelijkvloerse spoorwegovergang in de Moerkantsebaan vervangen door een viaduct. Vanaf het stationsgebouw is dat goed te zien en vrij van auto's, hetgeen in die tijd nog regelmatig voorkwam. Na ruim 65 jaar is het echter nog steeds ongewijzigd in gebruik. Ansichtkaart uit circa 1960.
 
 
34. Vanaf het spoorwegviaduct had je tot voor enkele decennia een goed overzicht van hetgeen er op het emplacement werd gedaan met in- en uitgaande goederentreinen, zoals het in- en uitrangeren van wagens, het wisselen van locomotief en/of machinist. Dat alles is inmiddels al vele jaren verleden tijd. De ansichtkaart dateert uit de jaren zestig, toen het oude seinstelsel nog in gebruik was en het voor het personeel een doodnormale zaak was om via de perrons naar en van de goederensporen te lopen. De perronwanden zijn voor een snelle passage niet voor niets met trappetjes uitgerust. In de 21-ste eeuw is zoiets volstrekt ondenkbaar.
 
 
35. Links in beeld staat het houten (nood-)seinhuis aan de zuidzijde van het emplacement dat als vervanging diende van het gebouw uit de jaren 1905-1910, dat aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was verwoest. Het seinhuis kon na de overplaatsing van de hele beveiliging in Essen naar de Centrale Verkeersleiding in Antwerpen op 20 en 21 september 2008 worden gemist. De afbraak vond echter pas in 2009 plaats. Al met al had het gebouwtje bijna 65 jaar dienst gedaan. Rechts zijn de nieuwe seinpalen uit het begin van de jaren zeventig te zien.
 
Voor meer informatie:
Marius Broos, Roosendaal, een spoorwegknooppunt als 's lands voorportaal in het zuiden, 1854-1996
('s-Hertogenbosch 2004), blz. 99-101.
Marius Broos, Het station Essen als 's lands voorportaal in een internationale spoorwegverbinding, 1854-2004,
in: Jaarboek De Spijcker, jrg. 61 (2004), blz. 54-78 (uitgave: Koninklijke Heemkundekring te Essen).